U bent hier
Onderwijs gebeurt in de klas en in de school
Onlangs stelde de minister van onderwijs Ben Weyts (N-VA) zijn begroting voor in het parlement. Daarin voorziet hij extra investeringen om het komende jaar verder in te zetten op onderwijskwaliteit. “Dankzij een open end wordt er maar liefst 1 miljard euro extra voorzien voor ons Vlaams onderwijs. Hiermee zetten we verder in op kwaliteitsvol onderwijs en onderstrepen we het belang van onderwijs waar de kern gebeurt in de klas en de school”, stelt Vlaams Parlementslid Koen Daniëls tevreden vast.
Tijdens de herfstperiode worden traditioneel de begrotingen van de Vlaamse regering voorgesteld in het Vlaams Parlement. Ook voor onderwijs werd de begroting besproken in de commissie. Daarin worden de plannen voor het jaar 2023 voorgesteld, gekoppeld aan de middelen die hiervoor nodig zijn.
Voor het komende jaar ligt, net als voorgaande jaren, de focus van de begroting op het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Graag licht ik er drie initiatieven uit: het rapport “beter onderwijs” van de commissie Brinckman, een Vlaams leerpunt en de ontwikkeling van Vlaamse toetsen. “Deze drie elementen worden ingezet daar waar we werkelijk aan onderwijskwaliteit werken, namelijk in de school en de klas zelf. Ze zorgen ervoor dat we opnieuw duidelijk maken”, duidt Daniëls.
Het eerste element is het rapport ‘Naar de kern: de leerlingen en hun leer-kracht’ van de commissie Brinckman. Deze onafhankelijke commissie mét leerkrachten en directies schreef een rapport met 58 concrete adviezen en 10 speerpunten om de onderwijskwaliteit op te krikken. “Het rapport biedt ons handvaten waarmee we ook dit jaar verder aan de slag gaan om de leerkrachten in de klas te ondersteunen en veranderingen die we in de toekomst kunnen doorvoeren. We zullen dan ook vanuit het parlement de implementatie van deze adviezen binnen ons onderwijs verder opvolgen”, stelt Daniëls. “Ik roep scholen op: ga aan de slag met deze adviezen.”
Verder worden middelen voorzien om een Vlaams leerpunt te ontwikkelen en operationeel te maken. Het gaat om een onafhankelijk kenniscentrum onder voorzitterschap van pedagoog Pedro De Bruyckere. Het kenniscentrum wil in de toekomst waardevolle inzichten uit de wetenschap en effectieve lesmethodes vertalen en verspreiden op de klasvloer. “Ontdekkingen van de wetenschap worden gekoppeld aan succesvolle lesmethodes vanop de werkvloer. Daaruit kunnen praktische handvaten ontwikkeld worden die meteen bruikbaar zijn in de klas. Leerkrachten zullen dus concrete middelen en tips hebben om mee aan de slag te gaan.”, verduidelijkt Daniëls.
Daarnaast worden de Vlaamse toetsen ontwikkeld voor het basis- en secundair onderwijs. Dit jaar worden de kalibratiestudies voor de Vlaamse toetsen in het 4de leerjaar basisonderwijs en het 2de leerjaar secundair onderwijs, zoals voorzien in de begroting, verder gezet. Tijdens die studies worden de toetsen uitgetest in een aantal scholen. Nadien wordt alles geëvalueerd en zal er een eerste afname gebeuren in het schooljaar 2023 – 2024. “De toetsen zorgen voor een houvast bij leerlingen, leerkrachten, scholen en de overheid om te kijken welke leerlingen de onderwijsdoelen halen en waar er nog verder op gewerkt moet worden. Op deze manier weten scholen waar ze goed bezig zijn en waar een extra inspanning nodig is. Het is niet de bedoeling dat er rankings ontstaan, maar dat we een instrument hebben om de vinger aan de pols te houden door de leerwinst te meten en op te volgen. Deze toetsen kunnen mee gebruikt worden voor de evaluatie van de leerling en dus is het niet “bovenop"”, benadrukt Daniëls.
Tot slot zullen ook de nieuwe eindtermen en de lerarenopleiding een belangrijke rol spelen in kwalitatief onderwijs. “Het is momenteel afwachten op de nieuwe aangepaste eindtermen. Eens deze er zijn en ingevoerd kunnen worden, zetten we wederom een stap in de goede richting. We hebben nood aan ambitieuze eindtermen voor een ambitieus onderwijs”, zegt Daniëls overtuigend. “Binnen de lerarenopleiding wordt het belangrijk om te zorgen voor een sterke in- en uitstroom zodat startende leerkrachten in het onderwijs blijven en ze voldoende kennis en competenties hebben om leerlingen uit te dagen en hen nieuwe leerstof aan te reiken”, besluit Daniëls