U bent hier
Visierichtlijn GO! in strijd met taalwetgeving
Bij de beslissing van het GO! om naast het Nederlands ook de thuistalen van leerlingen een plaats te geven op de speelplaats en in de klas zijn niet alleen maatschappelijke vragen te stellen. Het zorgt ook voor juridische problemen. “Verschillende voorstellen gaan in tegen de taalwetten, die duidelijk stellen dat de onderwijstaal in Vlaanderen het Nederlands is”, verklaart Vlaams Parlementslid Koen Daniëls. “De minister van Onderwijs moet daarom ingrijpen.”
Minister van Onderwijs moet ingrijpen
De visietekst van het GO! stelt onder meer voor dat bij groepswerkjes eentalige groepen gevormd worden. Leerlingen kunnen daar in de gemeenschappelijke moedertaal uitleg geven aan elkaar. Opschriften aan de deuren van klaslokalen zouden dan weer vertaald worden in alle op school aanwezige talen. Een brug te ver voor Koen Daniëls: “Beide suggesties uit de visietekst zijn aantoonbaar in strijd met de taalwetgeving. De minister van Onderwijs kan de ogen niet blijven sluiten. Zij moet aan het GO! vragen om deze nota in te trekken.”
Kennis Nederlands is verbindend element
Deze toets aan de taalwetgeving sterkt de N-VA in haar eerdere analyse dat het essentieel is om de kennis van het Nederlands bij leerlingen met een andere thuistaal te stimuleren. Zowel in lager als in het secundair onderwijs geeft hen dat meer kansen op een succesvolle schoolloopbaan en hun verdere carrière. “Het Nederlands is de enige taal die ons allen verbindt”, besluit Daniëls. “Daarmee is het een belangrijk instrument tegen segregatie.”