U bent hier
Vlaamse politici op vierdaagse naar Estland: daarom is Baltische staat nieuwe gidsland voor onderwijs
Vlaamse politici op vierdaagse naar Estland: daarom is Baltische staat nieuwe gidsland voor onderwijs
Bron: Jens Vancaeneghem, Gazet Van Antwerpen, 17 april 2023, online via https://www.gva.be/cnt/dmf20230416_97500969#:~:text=De%20commissie%20ond....
De commissie onderwijs van het Vlaamse Parlement stapt vandaag het vliegtuig op richting Estland voor een vierdaags werkbezoek. De bedoeling? Van de Baltische staat leren hoe die erin slaagde om haar leerlingen naar de top van de Europese klas te bombarderen. Vier redenen waarom Estland het nieuwe gidsland is. “Er heerst een grote drive om goed onderwijs te geven”, zegt onderwijsspecialist Dirk Van Damme.
1. Slimste pubers van Europa wonen in Estland
De slimste pubers van Europa wonen in het dunbevolkte land aan de Oostzee. In de internationale PISA-test, die 15-jarigen toetst op lezen, wiskunde en wetenschappen, scoorden Estse leerlingen in de laatste ronde in 2018 voor álle drie de domeinen het beste van Europa. Vooral opvallend is dat het onderwijsniveau erop vooruitgaat, terwijl dat in veel andere Europese landen afbrokkelt. Ook in Vlaanderen hebben we onze koppositie de voorbije jaren moeten lossen. Voor lezen bijvoorbeeld scoorden Estse scholieren gemiddeld 523 punten, terwijl Vlaams jongeren bleven steken op 502 punten.
Estland heeft in één beweging voormalig gidsland Finland voorbijgestoken. “Elk onderwijssysteem heeft zijn voor- en nadelen”, zegt voormalig OESO-onderwijstopman Dirk Van Damme. “Maar Estland is naar mijn gevoel interessanter dan Finland omwille van de grote drive die er heerst om goed onderwijs te geven.”
2. Onderwijs is er topprioriteit
Zo komen we bij de belangrijkste reden waarom Estland de internationale lijstjes aanvoert: de rotsvaste overtuiging in het land dat onderwijs dé motor is tot succes. “Na de implosie van de Sovjet-Unie heeft Estland alles op alles gezet om via onderwijs uit het dal te klimmen”, zegt Pedro De Bruyckere van kenniscentrum Leerpunt. “Het grote belang dat aan onderwijs is gehecht, maakt het ook makkelijker om sterkere profielen voor de klas te krijgen. Goede leerkrachten zijn cruciaal om een hoog onderwijsniveau te halen.”
Die focus op onderwijs vertaalt zich onder meer in een hoger aanzien voor leraren. En in een geloof bij de leerlingen dat ze ergens kunnen geraken in het leven dankzij school en hard werk. 70 procent van de Estse scholieren vertoont in PISA zo’n ‘groeimentaliteit’, de beste score van alle deelnemende landen. “Dat wil ik vooral achterhalen: waar komt die gedrevenheid vandaan?”, zegt Koen Daniëls, de onderwijsspecialist van N-VA die meereist naar Estland.
3. Digitale koploper
Al in de jaren 1990 rolde Estland de ambitieuze ‘tijgersprong’ uit, een plan om scholen van computers en internet te voorzien. Een doel dat al in 2001 bereikt werd. Digitaal lesmateriaal en platformen om leerlingen, leraren en ouders met elkaar te verbinden, zijn in de jaren daarna ingeburgerd. “Daardoor heeft het onderwijs er minder afgezien in corona”, zegt Van Damme. “De infrastructuur en methodes om afstandsonderwijs te geven, bestonden al.”
Cruciaal in dat verhaal zijn de zogenaamde onderwijstechnologen, leraren die zich aan de universiteit specialiseerden in ICT en sinds 2005 actief zijn in Estse scholen. De Estse overheid omschrijft hen als “tolken” die technologie vertalen naar het onderwijs. “Het is niet omdat iedereen een computer heeft, dat het onderwijs er ook beter op wordt”, zegt De Bruyckere. “Als je de digitale tools intelligent en optimaal inzet, kan je er wel winst uit halen.”
4. Er is weinig ongelijkheid op school
Nog een bevinding uit PISA: de kloof tussen kansrijke en -arme kinderen is er een stuk kleiner dan bij ons. En daar is de Estse regering zelf nog het meest trots op. Dat is deels te wijten aan de mindere diversiteit in de klassen, maar er is meer aan de hand. “In Estland stoppen ze veel meer tijd in de individuele begeleiding van kinderen”, zegt professor onderwijskunde Martin Valcke (UGent). “Het klassikaal onderwijs is beperkter. Leerlingen zijn er veel meer zelfstandig aan het werk en krijgen aangepaste oefeningen. Scholen doen er alles aan om iedereen mee te krijgen.”
Eén van de gevolgen: er zijn amper zittenblijvers. Slechts 2,9 procent van de scholieren doet een jaar over. Bij ons is dat liefst 23,2 procent.
Jens Vancaeneghem