N-VA tevreden met overgangsmaatregelen voor brugpensioen in Vlaams onderwijs

De federale regering heeft een akkoord bereikt over de aanpak voor de afbouw van de zogenoemde diplomabonificatie. Dat zijn de studiejaren die ambtenaren gratis meegeteld krijgen voor de toegang tot het (vervroegd) pensioen en de berekening ervan. Zo worden de Vlaamse leerkrachten niet langer benadeeld die in 2012 ervoor kozen om te blijven werken, ook al kwamen ze in aanmerking voor Terbeschikkingstelling voorafgaand aan het rustpensioen (TBS), een soort brugpensioenregeling in het onderwijs. “Dankzij het akkoord moeten zij niet nog eens zes maanden langer werken”, verklaart Vlaams Parlementslid Koen Daniëls. “Zo zorgen we ervoor dat wie langer werkt niet wordt gestraft,” vult zijn collega Vera Celis aan.

In tegenstelling tot de Franse Gemeenschap, waar brugpensioen vanaf 55 jaar nog steeds mogelijk is, had Vlaanderen in 2012 al zijn huiswerk gemaakt. “Wij namen toen al overgangsmaatregelen voor leerkrachten die dicht bij het einde van hun loopbaan stonden”, benadrukt Koen Daniëls. Concreet werd er beslist dat de TBS-regeling enkel nog voor het kleuteronderwijs zou blijven bestaan en beperkt werd tot maximaal twee jaar. “Beslissingen die noodzakelijk waren om de pensioenen betaalbaar te houden voor de toekomst en het onderwijs niet nog eens extra te belasten met de zogenaamde wachtgelden”, verduidelijkt Vera Celis.

Overgangsmaatregelen gewaarborgd
Het eerste voorstel voor de uitdoving van de diplomabonificatie door de huidige federale regering zorgde voor een ongewild neveneffect: leerkrachten die in 2012 op TBS mochten maar beslisten om toch te blijven doorwerken, zouden daardoor zes maanden langer moeten werken. Met andere woorden: leerkrachten die de beslissing namen om langer actief te blijven, dreigden de dupe te worden van hun keuze. “Dankzij de nieuwe regeling op federaal niveau komen de toen afgesproken overgangsmaatregelen niet in het gedrang”, besluiten beide volksvertegenwoordigers.